Click to listen highlighted text! Powered By GSpeech

Korte geschiedenis van Kasteel Nemerlaar. Kasteel Nemerlaar dat, voor het eerst in 1303, in de archieven wordt vermeld, is gelegen op een uitgestrekt landgoed. waarvan de kasteellanen uitkomen op een weg van Oisterwijk naar Boxtel. Het kasteel stond aanvankelijk bekend onder de naam Amerlaar, genoemd naar het riviertje de Amer (laater Neemer) en Laar, een open plek in het bos. Er is eerder verondersteld, dat op deze plaats een jachtslot van de hertogen van Braabant zou hebben gestaan. Het kasteel was oorspronkelijk een middeleeuwse versterkte burcht, die in de 18de eeuw werd omgebouwd tot een omgracht landhuis. Rondom de Neemerlaar lag aanvankelijk een dubbele gracht. Het kasteel was bereikbaar via een stenen poort in de voorburcht en een houten ophaalbrug op jukken. Het huis heeft nog bouwelementen uit de 14de en 15de eeuw. Het oudste gedeelte bevindt zich in het souterrain, waarvan een deel voorzien is van een gewelf. In een van de ruimten zijn nog een geheim gemak, lichtnisjes en een schietsleuf in de dikke buitenmuren te vinden. De Neemerlaar werd in 1718 gerestaureerd en gedeeltelijk verbouwd. Hieraan herinnert nog een gedenksteen aan het bordes. In 1880 volgde een nieuwe verbouwing van het kasteel met een uitbreiding aan de achterzijde met serres en een middenpaviljoen. De rest van het gebouw werd van een beklamping voorzien. In diverse vertrekken bevinden zich nog de 18de en 19de eeuwse schouwen. De eerstbekende heer van de Neemerlaar was in 1303 ridder Geerlink van den Bossche, die in ’s-Hertogenbosch ook een stadskasteel bezat. Een van zijn opvolgers, ridder Jan de Rover, droeg het goed De Neemerlaar op aan de hertogin van Brabant, om het weer in leen terug te ontvangen. Van de hertogen van Braabant kreeg hij in 1357 het eeuwigdurende jachtrecht met visserij in een groot gedeelte van Braabant. Nemerlaer kwam eeuwenlang steeds door vererving in het bezit van vooraanstaande adelijke families, totdat het in het begin van de 18de eeuw werd gekocht door generaal baron van Cronström. In 1852 werd het kasteel eigendom van Jhr. Donatus Alberic van den Bogaerde van Terbrugge, die het liet verbouwen en later in zijn berucht geworden testament bepaalde dat het huis bijna 70 jaar onbewoond moest blijven. Toen de termijn was verstreken kocht Braabants Landschap in januari 1964 het landgoed en kreeg het vervallen kasteel er voor ƒ. 1,00 bij. Het toenmalige Bestuur overwoog het Kasteel verder te laten vervallen en als (vogel-)ruïne in het landschap te laten liggen. Haar voorzitter echter, Notaris Huegens, benaderde Anton van Oirschot, bekend Brabants journalist en schrijver, kenner van vooral de Brabantse historie en van kastelen, waarover hij vele boeken schreef. Hij vroeg hem te proberen het Kasteel te herstellen en behouden en van Oirschot was initiatiefnemer van de huidige stichting Kasteel Neemerlaar. Het Kasteel werd voor de periode van vijfenzeventig jaren gehuurd van het Brabants Landschap, die in haar verhuur overeenkomst vermeldt: “Het Kasteel is zeer verwaarloosd en in een zeer slechte staat van onderhoud, maar het Landschap kampt doorlopend met grote financiële tekorten en is daardoor niet bij machte het herstel, vernieuwing en onderhoud te bekostigen.” Op 16 februari 1967 werd de stichting Kasteel Neemerlaar notarieel opgericht en vestigde Anton van Oirschot zich met zijn echtgenote, schrijfster journaliste en hun zoontje van bijna 3 jaar oud in het souterain van het kasteel, zonder enig comfort of luxe. In de daarop volgende jaren werd het kasteel gerestaureerd met als doel het ter beschikking te stellen voor culturele en maatschappelijke activiteiten. Het kasteel voor de brand in 1969. Echter, op de aan een galerie onderverhuurde zolderruimte brak al in 1969 brand uit, waardoor het gebouw wederom ernstig beschadigd werd. Opnieuw werd er door de familie en de stichting met alle energie en verdiensten geïnvesteerd in de Neemerlaar. Pas na het herstel werd het kasteel opnieuw op de rijksmonumentenlijst geplaatst. Achteraf blijkt dat tijdens deze restauratie een te lichte kapconstructie werd toegepast; in 2002 werd ontdekt dat er direct instortingsgevaar bestond. De voorgenomen opknapbeurt aan de buitengevels moest worden opgeschort; dak en schoorstenen werden gerestaureerd en gedeeltelijk vernieuwd, instorting werd voorkomen. Na voltooiing hiervan moest de stichting in 2005 met een resterende (bouw)schuld verder.>Anno 2005 In december 2004 is Anton van Oirschot helaas overleden. Een vriend en markante Brabander die wij zeer zullen missen.Samen met de stichting, waaronder dochter Florence en vele vrijwilligers wordt de exploitatie voortgezet door zijn echtgenote Carole Vos, die met verhalenrondleidingen, toneel-dans-muziek activiteiten, organisatie en regie op de Brabantse Kastelendag, kinderboekenmaand, kort verhuur van ruimten in het kasteel en nog vele andere werkzaamheden, grotendeels voor het inkomen van de Stichting zorgdraagt. TIP! Voor meer informatie over de geschiedenis en over Kasteel Neemerlaar bestel het boek.   Click to listen highlighted text! Korte geschiedenis van Kasteel Nemerlaar. Kasteel Nemerlaar dat, voor het eerst in 1303, in de archieven wordt vermeld, is gelegen op een uitgestrekt landgoed. waarvan de kasteellanen uitkomen op een weg van Oisterwijk naar Boxtel. Het kasteel stond aanvankelijk bekend onder de naam Amerlaar, genoemd naar het riviertje de Amer (laater Neemer) en Laar, een open plek in het bos. Er is eerder verondersteld, dat op deze plaats een jachtslot van de hertogen van Braabant zou hebben gestaan. Het kasteel was oorspronkelijk een middeleeuwse versterkte burcht, die in de 18de eeuw werd omgebouwd tot een omgracht landhuis. Rondom de Neemerlaar lag aanvankelijk een dubbele gracht. Het kasteel was bereikbaar via een stenen poort in de voorburcht en een houten ophaalbrug op jukken. Het huis heeft nog bouwelementen uit de 14de en 15de eeuw. Het oudste gedeelte bevindt zich in het souterrain, waarvan een deel voorzien is van een gewelf. In een van de ruimten zijn nog een geheim gemak, lichtnisjes en een schietsleuf in de dikke buitenmuren te vinden. De Neemerlaar werd in 1718 gerestaureerd en gedeeltelijk verbouwd. Hieraan herinnert nog een gedenksteen aan het bordes. In 1880 volgde een nieuwe verbouwing van het kasteel met een uitbreiding aan de achterzijde met serres en een middenpaviljoen. De rest van het gebouw werd van een beklamping voorzien. In diverse vertrekken bevinden zich nog de 18de en 19de eeuwse schouwen. De eerstbekende heer van de Neemerlaar was in 1303 ridder Geerlink van den Bossche, die in ’s-Hertogenbosch ook een stadskasteel bezat. Een van zijn opvolgers, ridder Jan de Rover, droeg het goed De Neemerlaar op aan de hertogin van Brabant, om het weer in leen terug te ontvangen. Van de hertogen van Braabant kreeg hij in 1357 het eeuwigdurende jachtrecht met visserij in een groot gedeelte van Braabant. Nemerlaer kwam eeuwenlang steeds door vererving in het bezit van vooraanstaande adelijke families, totdat het in het begin van de 18de eeuw werd gekocht door generaal baron van Cronström. In 1852 werd het kasteel eigendom van Jhr. Donatus Alberic van den Bogaerde van Terbrugge, die het liet verbouwen en later in zijn berucht geworden testament bepaalde dat het huis bijna 70 jaar onbewoond moest blijven. Toen de termijn was verstreken kocht Braabants Landschap in januari 1964 het landgoed en kreeg het vervallen kasteel er voor ƒ. 1,00 bij. Het toenmalige Bestuur overwoog het Kasteel verder te laten vervallen en als (vogel-)ruïne in het landschap te laten liggen. Haar voorzitter echter, Notaris Huegens, benaderde Anton van Oirschot, bekend Brabants journalist en schrijver, kenner van vooral de Brabantse historie en van kastelen, waarover hij vele boeken schreef. Hij vroeg hem te proberen het Kasteel te herstellen en behouden en van Oirschot was initiatiefnemer van de huidige stichting Kasteel Neemerlaar. Het Kasteel werd voor de periode van vijfenzeventig jaren gehuurd van het Brabants Landschap, die in haar verhuur overeenkomst vermeldt: “Het Kasteel is zeer verwaarloosd en in een zeer slechte staat van onderhoud, maar het Landschap kampt doorlopend met grote financiële tekorten en is daardoor niet bij machte het herstel, vernieuwing en onderhoud te bekostigen.” Op 16 februari 1967 werd de stichting Kasteel Neemerlaar notarieel opgericht en vestigde Anton van Oirschot zich met zijn echtgenote, schrijfster journaliste en hun zoontje van bijna 3 jaar oud in het souterain van het kasteel, zonder enig comfort of luxe. In de daarop volgende jaren werd het kasteel gerestaureerd met als doel het ter beschikking te stellen voor culturele en maatschappelijke activiteiten. Het kasteel voor de brand in 1969. Echter, op de aan een galerie onderverhuurde zolderruimte brak al in 1969 brand uit, waardoor het gebouw wederom ernstig beschadigd werd. Opnieuw werd er door de familie en de stichting met alle energie en verdiensten geïnvesteerd in de Neemerlaar. Pas na het herstel werd het kasteel opnieuw op de rijksmonumentenlijst geplaatst. Achteraf blijkt dat tijdens deze restauratie een te lichte kapconstructie werd toegepast; in 2002 werd ontdekt dat er direct instortingsgevaar bestond. De voorgenomen opknapbeurt aan de buitengevels moest worden opgeschort; dak en schoorstenen werden gerestaureerd en gedeeltelijk vernieuwd, instorting werd voorkomen. Na voltooiing hiervan moest de stichting in 2005 met een resterende (bouw)schuld verder.>Anno 2005 In december 2004 is Anton van Oirschot helaas overleden. Een vriend en markante Brabander die wij zeer zullen missen.Samen met de stichting, waaronder dochter Florence en vele vrijwilligers wordt de exploitatie voortgezet door zijn echtgenote Carole Vos, die met verhalenrondleidingen, toneel-dans-muziek activiteiten, organisatie en regie op de Brabantse Kastelendag, kinderboekenmaand, kort verhuur van ruimten in het kasteel en nog vele andere werkzaamheden, grotendeels voor het inkomen van de Stichting zorgdraagt. TIP! Voor meer informatie over de geschiedenis en over Kasteel Neemerlaar bestel het boek. Powered By GSpeech

Korte geschiedenis van

Kasteel Nemerlaer

Kasteel Nemerlaer, dat voor het eerst in 1303 in de archieven wordt vermeld, is gelegen op een uitgestrekt landgoed, waarvan de kasteellanen uitkomen op een weg van Oisterwijk naar Boxtel. Het kasteel stond aanvankelijk bekend onder de naam Amerlaer, genoemd naar het riviertje de Amer (later Nemer) en Laer, een open plek in het bos. Er is eerder verondersteld, dat op deze plaats een jachtslot van de hertogen van Brabant zou hebben gestaan. Het kasteel was oorspronkelijk een middeleeuwse versterkte burcht, die in de 18de eeuw werd omgebouwd tot een omgracht landhuis. Rondom de Nemerlaer lag aanvankelijk een dubbele gracht. Het kasteel was bereikbaar via een stenen poort in de voorburcht en een houten ophaalbrug op jukken. Het huis heeft nog bouwelementen uit de 14de en 15de eeuw. Het oudste gedeelte bevindt zich in het souterrain, waarvan een deel voorzien is van een gewelf. In een van de ruimten zijn nog een geheim gemak, lichtnisjes en een schietsleuf in de dikke buitenmuren te vinden. De Nemerlaer werd in 1718 gerestaureerd en gedeeltelijk verbouwd. Hieraan herinnert nog een gedenksteen aan het bordes. In 1880 volgde een nieuwe verbouwing van het kasteel met een uitbreiding aan de achterzijde met serres en een middenpaviljoen. De rest van het gebouw werd van een beklamping voorzien. In diverse vertrekken bevinden zich nog de 18de en 19de eeuwse schouwen.


Prent van Stellingwerf, 1622.

De eerstbekende heer van de Nemerlaer was in 1303 ridder Geerlink van den Bossche, die in ’s-Hertogenbosch ook een stadskasteel bezat. Een van zijn opvolgers, ridder Jan de Rover, droeg het goed De Nemerlaer op aan de hertogin van Brabant, om het weer in leen terug te ontvangen. Van de hertogen van Brabant kreeg hij in 1357 het eeuwigdurende jachtrecht met visserij in een groot gedeelte van Brabant. Nemerlaer kwam eeuwenlang steeds door vererving in het bezit van vooraanstaande adelijke families, totdat het in het begin van de 18de eeuw werd gekocht door generaal baron van Cronström. In 1852 werd het kasteel eigendom van Jhr. Donatus Alberic van den Bogaerde van Terbrugge, die het liet verbouwen en later in zijn berucht geworden testament bepaalde dat het huis bijna 70 jaar onbewoond moest blijven. Toen de termijn was verstreken kocht Brabants Landschap in januari 1964 het landgoed en kreeg het vervallen kasteel er voor ƒ. 1,00 bij. Het toenmalige Bestuur overwoog het Kasteel verder te laten vervallen en als (vogel-)ruïne in het landschap te laten liggen. Haar voorzitter echter, Notaris Huegens, benaderde Anton van Oirschot, bekend Brabants journalist en schrijver, kenner van vooral de Brabantse historie en van kastelen, waarover hij vele boeken schreef. Hij vroeg hem te proberen het Kasteel te herstellen en behouden en van Oirschot was initiatiefnemer van de huidige stichting Kasteel Nemerlaer. Het Kasteel werd voor de periode van vijfenzeventig jaren gehuurd van het Brabants Landschap, die in haar verhuur overeenkomst vermeldt: “Het Kasteel is zeer verwaarloosd en in een zeer slechte staat van onderhoud, maar het Landschap kampt doorlopend met grote financiële tekorten en is daardoor niet bij machte het herstel, vernieuwing en onderhoud te bekostigen.” Op 16 februari 1967 werd de stichting Kasteel Nemerlaer notarieel opgericht en vestigde Anton van Oirschot zich met zijn echtgenote, schrijfster/journaliste en hun zoontje van bijna 3 jaar oud in het souterain van het kasteel, zonder enig comfort of luxe. In de daarop volgende jaren werd het kasteel gerestaureerd met als doel het ter beschikking te stellen voor culturele en maatschappelijke activiteiten.


Het kasteel voor de brand in 1969.

Echter, op de aan een galerie onderverhuurde zolderruimte brak al in 1969 brand uit, waardoor het gebouw wederom ernstig beschadigd werd. Opnieuw werd er door de familie en de stichting met alle energie en verdiensten geïnvesteerd in de Nemerlaer. Pas na het herstel werd het kasteel opnieuw op de rijksmonumentenlijst geplaatst. Achteraf blijkt dat tijdens deze restauratie een te lichte kapconstructie werd toegepast; in 2002 werd ontdekt dat er direct instortingsgevaar bestond. De voorgenomen opknapbeurt aan de buitengevels moest worden opgeschort; dak en schoorstenen werden gerestaureerd en gedeeltelijk vernieuwd, instorting werd voorkomen. Na voltooiing hiervan moest de stichting in 2005 met een resterende (bouw)schuld verder.


Anno 2005

In december 2004 is Anton van Oirschot helaas overleden. Een vriend en markante Brabander die wij zeer zullen missen.
Samen met de stichting en vrijwilligers wordt de exploitatie voortgezet door zijn echtgenote Carole Vos, die met verhalenrondleidingen, toneel-dans-muziek activiteiten, kinderboekenmaand, kort verhuur van ruimten in het kasteel en nog vele andere werkzaamheden, grotendeels voor het inkomen van de Stichting zorgdraagt.

TIP

Click to listen highlighted text! Powered By GSpeech